Gifbeker

“ Zeg het maar, vriend, jij hebt hier verstand van; wat moet ik doen?”, vroeg Socrates (470-399 voor Christus) aan de beul die de gifbeker kwam brengen.
De wijsgeer had zich schuldig gemaakt aan het” bederven van de jeugd” door middel van zijn gesprekken en had, volgens de Griekse staat, geen respect voor de goden.
Van de vijfhonderd juryleden, bevonden tweehonderdtachtig Socrates schuldig. In plaats van in paniek te raken nadat hij zijn doodvonnis had aangehoord, keek hij spottend naar de jury en zei:”ik had niet gedacht dat het zo weinig zou schelen”.
Wat deed Socrates precies dat zo erg was dat hij de doodstraf verdiende? Socrates vroeg aan de mensen op straat wat rechtvaardigheid, vrijheid, wijsheid, et cetera was en trachtte de tegenstrijdigheden in het gebruik van die begrippen in kaart te brengen. Socrates was hier een
absolute meester in, maar hij maakte zich er niet populair mee.
Plato: Apologeia